Wetboek van Strafvordering
Artikel 245
1
Indien een gerechtelijk vooronderzoek niet heeft plaats gehad, doch voorloopige hechtenis is toegepast, doet de officier van justitie, zoodra de zaak tot klaarheid is gebracht, hetzij den verdachte kennis geven dat hij hem ter zake van het feit, waarvoor de voorloopige hechtenis is toegepast, niet verder zal vervolgen, of dat tot verdere vervolging van eenig bepaald omschreven feit zal worden overgegaan, hetzij hem dagvaarden ter terechtzitting, hetzij hem een strafbeschikking uitreiken of toezenden.
2
De rechtbank stelt, op het verzoek van den verdachte, den officier van justitie een termijn binnen welken deze tot kennisgeving, dagvaarding of het uitvaardigen van een strafbeschikking overeenkomstig de bepaling van het voorgaande lid moet overgaan.
3
De laatste twee leden van het voorgaande artikel zijn van toepassing.
4
De verplichting tot kennisgeving, dagvaarding of het uitvaardigen van een strafbeschikking vervalt, indien binnen den gestelden of verlengden termijn een gerechtelijk vooronderzoek is geopend.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AV5123, Eerste aanleg - meervoudig, 14.810366-05
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
15-03-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank Alkmaar( jarenlang) seksueel misbruik van zijn minderjarige dochters (art. 244, 245, 249 Sr). Partiële vrijspraak art. 244 Sr nu de tenlastegelegde ontucht niet steeds tegelijkertijd heeft plaatsgevonden met het tenlastegelegde seksueel binnendringen. TBS met dwangverpleging (art. 37a en 37b Sr). Geen toepassing 37b tweede lid gelet op inhoud brief d...